De elektrische auto is aan een feilloze opmars bezig. Ook al is de productie vrij duur door de kostbare accu-installatie. Er is geen keren meer aan. Je weet dat elektrisch ‘king of the road’ gaat worden als je steeds opnieuw een publieke laadpaal tegenkomt. Overigens groeien de laadpalen ook bij bosjes langs privé opritten. Stroom laden kan op twee manieren, met AC laad je ‘gewoon’ en met DC laad je snel. Onderweg langs snelwegen vind je snelladers die supersnel met DC je autoaccu kunnen vullen. Dan heb je in zo’n drie kwartier een volle accu.
Openbaar of privé laden?
Er komen steeds meer modellen laadpalen. Er zijn standaard palen maar die worden steeds meer overgenomen door slimme. De laatsten werken onder andere zonder pasje met Plug & Charge. Veel laadstations zien er ook echt uit als palen. Maar er zijn er ook al genoeg die als een laadbox tegen een muur hangen. Ga je openbaar laden, dan kan dat een wachtrij opleveren. Thuis laad je natuurlijk altijd als eerste en enige.
AC- en DC-laadpalen
Het hart van je elektrische auto is de accu. Die moet de boel in beweging brengen. Die accu wil alleen DC-stroom eten. Maar de stroom die uit de stopcontacten van je huis komt is per definitie wisselstroom, dus AC. Een privé laadpaal is nog vaak een AC-lader terwijl veel publieke palen DC-laders zijn. Laad je nu bij een AC-laadstation, dan heeft de accu daar niks aan. Daarom is er een omvormer die AC naar DC omzet. Die omvormer zit gewoonlijk in je auto. Die neemt de AC-stroom aan en zet die om in DC. Juist deze transformatie kost veel tijd. Tijd die je bespaart als je bij een DC-lader gaat staan. Ook een DC-lader neemt AC-stroom op maar al in de laadpaal is een veel grotere omvormer die het meteen in DC overzet. De transformatietijd is dan stukken minder want je kleine auto-omvormer hoeft dan niet meer in actie te komen.
Openbare laadpalen
Wie gewend was aan benzine en nu elektrisch rijdt, moet wel even wennen. Allereerst de zoektocht naar laadpunten. En dan incalculeren dat je langer moet wachten als je stroom laadt, dan wanneer je benzine tankt. Benzine tanken gaat in enkele minuten maar stroom laden kost veel meer tijd. Zelfs aan een supersnelle lader. Op zichzelf is het laden niet moeilijk. Je parkeert bij een paal en checkt of de lampjes groen branden. Mocht je rood zien dan is er een storing en kun je beter een andere paal gaan zoeken. Kun je wel laden, dan gaan de stekkers in auto en laadpaal en vaak beweeg je dan je pasje voor de aangegeven plek. De kabel vergrendelt en de laadlichtjes springen op blauw. Klaar met laden? Ontgrendel dan weer met je pas. Een tip: heel handig om een oplaadkabel van grote lengte in de auto te hebben. Want soms is het laadstation wel vrij maar staat er een auto geparkeerd op de laadplek. Dan moet jij een vakje verder parkeren en dus een grotere afstand met de kabel overbruggen.
De keuze voor eigen laadpalen
Eigen laadpalen zijn uiteindelijk goedkoper. Als je een beetje afstanden maakt per jaar, heb je je investering er binnen twee jaar weer uit.